Begroting 2019

Ontwikkelingen

Rentevisie

Hoewel de economische groei in ons land zich goed ontwikkelt, laat deze in de Eurozone in 2018 een gematigder ontwikkeling zien. De groei is niet meer zo hoog als in het voorgaande jaar. Ook voor 2019 zijn de prognoses voor de economische groei voor de Eurozone in z'n geheel enigszins naar beneden bijgesteld. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft halverwege 2018 aangekondigd het zogenaamde opkoopprogramma van obligaties (opkopen van obligaties drukt de lange rente) per eind 2018 te beëindigen. Een eerste stap naar een meer neutraal rente niveau?!

Wat betreft de inflatie ontwikkelingen zien we nu een niveau dat past bij de doelstellingen van de ECB. Recente marktverkenningen geven aan dat de eerste feitelijke renteverhogingen door de ECB toch later in de tijd worden verwacht dan eerder. Het tempo van deze renteverhogingen wordt nu ook langzamer ingeschat. Dit zorgt er ook voor dat de verwachte ontwikkeling van de lange rente gematigder is. In de Verenigde Staten zijn er juist ook in 2018 weer diverse rente stappen omhoog gezet en wellicht nog enkele te gaan in 2018. Daarmee lopen de Verenigde Staten en de Eurozone steeds verder uit elkaar.

De rente van de ECB staat nog altijd op 0,0% en om geld uit te lenen aan de ECB moeten partijen nog steeds 0,4% betalen. De 10-jaars rente staat op een niveau van 0,90%, maar is bewegelijk. Veranderingen van 0,10% of meer op een dag komen vaker voor dan in het verleden. Per saldo schatten wij voor 2019 een kortlopende rente licht beneden 0% en een langlopende rente tussen 1,0% en 1,7%. In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risico's wordt er rekening mee gehouden dat de feitelijke rente anders kan verlopen. In de alinea over renterisicobeheer blijkt dat de kosten van een eventuele rentestijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de minimale spreiding die de wettelijk kaders voorschrijven. In de doorrekening van de begroting gaan wij uit van gemiddeld 0% aan korte rente in 2019. Bij de lange rente voor nieuw aan te trekken leningen gaan we uit van gemiddeld 1,7% in 2019. In die prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een zogenaamde liquiditeitstoeslag, die de afgelopen periode op het niveau van circa 0,1% bij een 10-jaars lening beweegt.

Overige ontwikkelingen

Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren streven wij er naar ook in 2019 geen geld onder te brengen in de schatkist.

Om de nationale schuld en het Nederlandse begrotingstekort te beheersen zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de gemeenten. Deze afspraken zijn in een wet vastgelegd, de zogenaamde Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën). Momenteel ontwikkelt de nationale schuld en het begrotingstekort zich gunstig. De middellange termijn doelstellingen tenderen naar een 0,5% structureel begrotingstekort geschoond voor de conjunctuur voor de gehele Nederlandse overheid (Rijk, Sociale fondsen, decentrale overheden, waaronder gemeenten, provincies en waterschappen). De afspraken voor de periode 2019 - 2022 zijn voor decentrale overheden 0,4% van het bruto binnenlands product per jaar gezamenlijk.Er zijn momenteel geen individuele referentiewaarde voor schuldtekorten voor gemeenten vastgesteld. Zie ook de toelichting in de webpagina over het EMU-saldo.

Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Er zijn voor 2019 geen concrete voornemens en noodzaak tot inzet van rente-instrumenten.

De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door uw Raad in 2015 vastgestelde Treasurystatuut. Het Treasurystatuut zal in de tweede helft van 2018 worden geactualiseerd.