Begroting 2019

Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen. Net als tegenvallers kan ook de weerstandscapaciteit worden onderverdeeld in incidenteel en structureel. Incidentele weerstandscapaciteit is aanwezig in de vorm van begrotingsposten voor onvoorzien en aanwezige reserves met een weerstandsfunctie. Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Het gaat dan - naast de mogelijkheid van herschikking binnen bestaande budgetten - om de onbenutte belastingcapaciteit en heffingscapaciteit van de gemeente.

De omvang van de incidentele en de structurele weerstandscapaciteit worden hieronder gepresenteerd

Beschikbaar per 31.12.2018

Begroot voor 2019

Post onvoorzien

500.000

500.000

Algemene concernreserve

39.100.000

27.500.000

Totaal incidentele weerstandscapaciteit

39.600.000

28.000.000

Beschikbaar per 31.12.2018

Begroot voor 2019

Onbenutte ruimte OZB

p.m.

p.m.

Onbenutte ruimte leges en heffingen

1.183.000

1.054.000

Heroverweging bestaand beleid

p.m.

p.m.

Totaal structurele weerstandscapaciteit

1.183.000

1.054.000

+p.m.

+p.m.

De opbouw van de structurele weerstandscapaciteit is als volgt:

Leges omgevingsvergunningen

278.000

408.000

Leges burgerzaken

135.000

74.000

Leges juridische zaken en veiligheid

240.000

251.000

Begraafplaatsrechten

226.000

147.000

Havengelden

182.000

50.000

Marktgelden

122.000

124.000

Onbenutte ruimte OZB:
Voor wat betreft de Onroerend Zaak Belasting is het bepalen van de hoogte van de Onroerend Zaak Belasting-tarieven een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Wel is het zo dat de macro-ontwikkeling van de Onroerend Zaak Belasting-opbrengst voor het totaal van alle gemeenten gebonden is aan een door het Rijk jaarlijks bepaald percentage.

Onbenutte ruimte leges en heffingen:
Voor zover de hoogte van leges en andere heffingen niet gebonden is aan landelijk vastgestelde tarieven, is het beleid zoveel mogelijk gericht op 100% kostendekking. Zowel bedrijfseconomische factoren (vraaguitval), draagvlak (relatieve hoogte tarieven in vergelijking tot andere gemeenten) en beleidsinhoudelijke argumenten geven in de praktijk een begrenzing aan het volledig benutten van de aanwezige onbenutte capaciteit.

Heroverweging bestaand beleid:
Door bestaand beleid te heroverwegen zijn er mogelijkheden om de structurele nadelen in de begroting op te vangen.